Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Waar is de [56]weg, [daar] het [57]licht verdeeld wordt, [en] de [58]oostenwind zich verstrooit op de aarde? 56. Versta door den weg alle redenen, middelen, toevallen, wijzen, werkingen en eindelijke oorzaken van hetgeen in de lucht geschiedt, en dat niet alleen in het algemeen, maar voornamelijk in het bijzonder. 57. Dat is, dat bliksem, weerlicht, verschieting van aangestoken dampen, enz. in de lucht beginnen, ophouden, verschillen in plaatsen, stonden, hoedanigheden, uitkomsten, enz. 58. Versta onder een soort van wind al de andere; want hoe zij zo verscheidenlijk nu en dan komen te waaien, is niemand ten volle bekend dan God. Van den oostenwind in het bijzonder, zie Gen.41:6, en Ex.10:13. Vergelijk Joh.3:8.